Wet militair tuchtrecht
Artikel 51
1
Het tuchtproces in eerste aanleg vangt aan met de uitreiking door of namens de commandant aan de militair, van wie wordt vermoed dat hij een in deze wet omschreven gedragsregel heeft geschonden, van een schriftelijk stuk, de beschuldiging, hetwelk een omschrijving inhoudt van deze schending.
2
De commandant behoudt een afschrift van de beschuldiging.
3
De datum van de uitreiking wordt aangetekend op het afschrift bedoeld in het voorgaande lid.
4
Terzake van dezelfde gedraging kan slechts eenmaal een beschuldiging worden uitgereikt.
5
Wijziging van de beschuldiging is voor de aanvang van het onderzoek mogelijk. In geen geval worden wijzigingen toegelaten die ten gevolge hebben dat de beschuldiging niet langer dezelfde gedraging in de zin van artikel 52, onder b zou inhouden. De wijziging wordt onverwijld, doch in ieder geval voor de aanvang van het onderzoek, aan de beschuldigde schriftelijk meegedeeld.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.